Engelse, Griekse, Arabische en Duitse boeken staan op perspex planken in een witte legertent. Dit is the library. Hier wonen verhalen. Ik selecteer kinderboeken voor het zaterdagse uurtje storytelling. Tussen blonde prinsessen en blauwogige helden ontdek ik enkele meer kleurrijke boekjes—een zeldzame vondst in de op donaties gebaseerde collectie. Ik zet ze in het krat samen met wat sprookjes en een heleboel dierenverhalen en stap naar buiten. “Storytime!”

De eerste kinderen arriveren. In de schaduw van de tent lees ik voor uit Pinocchio. Vier meisjes hangen doodstil aan mijn lippen, kruipen in het hout van de ondeugende pop die zich een mensenhuidje wenst. Als ik iets te lang pauzeer bij het omslaan van een bladzijde klinkt het “Teacher! Read! Read!” Dan is het verhaaltje uit. Drie meisjes vertrekken gearmd richting het kamp. De vierde blijft nog lang bij me zitten. Samen verslinden we boek na boek. We trotseren zeeën, staan oog in oog met fabelwezens en bewonen wonderlijke werelden waarin alles altijd goedkomt. 

Voor kinderen die nog te klein zijn om naar school te gaan is deze ontmoeting met het boek een eerste kennismaking. Kurmanji, de taal van de Yazidis, kent geen schrift en een verhaaltje voor het slapengaan komt bij hen niet van blad, maar uit het hart. Zelfs eeuwenoude religieuze verhalen worden van generatie op generatie oraal overgedragen. Door ISIS werd dit ontbreken van een heilig boek gebruikt als legitimatie voor genocide. Anders dan Irakese Christenen en Sjiieten, die zich voor een “keuze” gesteld zagen (bekeren, vertrekken of sterven), hadden de Yazidis geen stem in hun lot. Volgens de fundamentalistische Koraninterpretatie van ISIS zijn ze kuffar, duivelaanbidders en hun uitroeiing door moord, marteling, slavernij, verkrachting, indoctrinatie en gedwongen bekering gebeurt in de naam van God.

Terug naar een ander verhaal, dat van het meisje en mij. Om ons heen is het druk geworden. Een geworstel van handjes grijpt naar de magische objecten waarin verhalen schuilen achter letters en prent. Jannis, coordinator educatie, bewaakt het krat met de boeken streng doch rechtvaardig. “Nee, zo werkt het niet, als je hebt gekozen moet je het boek een tijdje houden.” “Nu al uit? Wouw, dat is snel…” “Om de beurt, ho wacht even, in de rij alsjeblieft!” De kinderen storten zich op de boeken met een gulzigheid waar Roodkapjes wolf nog een puntje aan kan zuigen.

Echt gelezen wordt er door een enkeling. En toch is het gewoel een ode aan het boek: de lezertjes in spé zijn onbevangen, hongerig. Dit is het soort manische begeerte waarvan je als schrijver droomt, zelfs al heeft het all-you-can-eat-publiek vooralsnog na één hap wel genoeg en stort zich alweer likkebaardend op een nieuwe smaak. Het is een begin. Ieder kind dat in de kleine houwtje-touwtje bibliotheek het boek ontdekt, voor wie elke omslag smaakt naar meer, opent gekafte deurtjes naar oneindigheid. Een wereld van verhalen en talen, waarin je ik even een ander is, waarin je reist door de tijd en alles mogelijk is.

Dat is niet alleen spannend en een oefening in empathie of fantasie: soms, heel soms, verandert lezen ook de wereld buiten het boek en leert een verhaal je anders kijken. Dat kan goed uitpakken of slecht. Ik kan vandaag alleen maar hopen dat de wereld achter die volgeschreven bladzijden vol dieren, houten poppen en Yazidi-kinderen de lezer inspiratie geeft en moed. Moed voor het leven van de verhalen van morgen, op weg naar een goed einde.


Afbeelding: woorden van Heraclitus en Naif aan de wand in the library.

Leave a comment